Gezelligheid en technisch inzicht: de basisingrediënten voor een succesvol repaircafé
Klimaattransitie in de wijk
In de Eindhovense wijk Stratum wordt eens per maand in buurthuis ‘De Buut’ een repaircafé...
Milieucentraal bracht begin 2022 het rapport ‘Verkenning naar circulaire wijken’ uit. Een overzichtelijk en beeldend rapport vol met praktijkvoorbeelden en aanbevelingen om circulariteit in wijken op te schalen. In dit artikel geven we een korte samenvatting van het rapport.
Uit het onderzoek van Milieucentraal bleek dat de term ‘circulair’ over het algemeen nog weinig herkenning oproept bij wijkbewoners. Minder dan 1 op de 10 mensen zegt de betekenis goed te kennen.
De Rijksoverheid geeft aan dat circulariteit gaat over minder kopen en veel langer doen met de spullen die je gekocht hebt. Die spullen zijn dan zo ontworpen dat ze niet gauw stuk gaan en eenvoudig kunnen worden gerepareerd. Daarbij zouden we dan veel meer gebruik moeten maken van hernieuwbare grondstoffen uit de natuur. Delen en hergebruik van spillen zijn in een circulaire economie heel gewoon, waardoor de oude spullen van de een, de nieuwe aanwinst voor de ander zijn. En wanneer iets echt stuk is, worden de onderdelen of grondstoffen opnieuw ingezet om nieuwe waardevolle dingen van te maken. Uiteindelijk blijft er weinig tot geen afval over.
Denk bij circulariteit op wijkniveau dan aan het delen van auto’s en apparaten met elkaar of het ruilen van kleding en boeken. Ook het repareren van bijvoorbeeld fietsen of elektrische spullen van buurtgenoten in een wijkgebouw in een zogenaamd ‘repaircafé’ hoort hierbij.
In het rappoort staan een twintigtal circulaire initiatieven beschreven die veelal van onderop zijn ontstaan, dus niet op initiatief van een gemeente of vanuit het Rijk. Ook zijn veel initiatieven gestart als vervolg op een ander duurzaamheidsthema zoals energiemaatregelen of meer groen in de wijk. Deze initiatieven mobiliseren mensen, er ontstaat een lokaal netwerk en dit leidt vervolgens tot een nieuw circulair initiatief, zoals deel- en ruilinitiatieven. Duurzaamheid is niet altijd de belangrijkste reden om een initiatief te starten, uiteindelijk gaat het de bewoners om een prettige leefomgeving in de wijk.
Een belangrijke succesfactor zijn gemotiveerde mensen en het bieden van ruimte voor maatwerk. Het helpt om vanuit een gemeente ruimte en vrijheid tot maatwerk te bieden om een circulair initiatief op te pakken die past bij de initiatiefnemers en bij de wijk. Een uniforme, top down benadering kan juist belemmerend werken.
Het beschikbaar zijn van goedkope of gratis locaties is ook een belangrijke succesfactor. Denk aan een buurthuis ten behoeve van een repaircafé of voor ruilmarkten, locaties voor deelmobiliteit, een plek voor ‘circulaire hubs’ of gezamenlijke (moes)tuinen en wormenhotels.
Een eenmalige in plaats van meerjarige financiering blijkt regelmatig een faalfactor. Hierdoor houden succesvolle projecten ineens op en krijgen niet de tijd een succes te worden en eventueel een eigen businessmodel te ontwikkelen. Er zijn vaak potjes voor energie of voor biodiversiteit, maar circulaire initiatieven vallen tussen wal en schip. Het is dikwijls nog geen thema met een eigen geldstroom, terwijl deze initiatieven wel bijdragen aan verschillende duurzaamheidsdoelen van een gemeente. Veel initiatiefnemers uit het rapport geven ook aan dat voor circulariteit nog geen (vast) aanspreekpunt binnen gemeenten beschikbaar is en er veel onduidelijkheid is wie er over gaat.
Om de impact van circulariteit weer te geven wordt vaak de R ladder gebruikt. Deze R-ladder geeft de mate van circulariteit aan. De R-ladder heeft 6 tredes (1. Refuse & Rethink, 2. Reduce, 3. Re-use, 4. Repair, 5. Recycle en 6. Recover). Strategieën hoger op de ladder, besparen meer grondstoffen. Hoe hoger een strategie op de R-ladder staat, hoe meer circulair de strategie is. Waarbij R1 de hoogste trede is. Gezien vanuit de R-ladder systematiek, leveren de wijkinitiatieven die vallen onder refuse en rethink, reduce en reuse de grootste impact op. Voorbeelden zijn:
-Refuse & Rethink: delen van auto’s en ander vervoer (deelmobiliteit), delen van spullen en van leef- en werkruimten, geen riolering (gesloten waterkringlopen), minder verharding, lokale voedselvoorziening.
-Reduce: publieke laadpalen, collectieve energieopwekking, voorkomen voedselverspilling, afkoppelen regenwater.
-Reuse: Ruilen van spullen zoals kleding, speelgoed en boeken, hoogwaardig hergebruik van materialen.
Naast de circulaire impact spelen op wijkniveau andere factoren waarom een initiatief als meer of minder succesvol wordt gezien. Vooral de initiatieven die niet alleen circulair zijn, maar ook een positieve bijdrage leveren aan de leefomgeving worden gezien als zeer impactvol. In het rapport springen de volgende impactvolle initiatieven in het oog:
-Circulaire initiatieven die banen creëren
Voorbeelden zijn ‘Spikerbikes’ in Arnhem en het scheiden van marktafval in de Afrikaanderwijk in Rotterdam. Beide initiatieven leveren banen op voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en dragen bovendien bij aan het tegengaan van zwerfafval in de wijk.
-Circulaire initiatieven die bijdragen aan sociale cohesie
Bij verschillende initiatieven, zoals deel- en ruilinitiatieven en wormenhotels, wordt benadrukt dat deze initiatieven enorm bijdragen aan sociale cohesie en sociale netwerken binnen de wijk en daarmee als zeer impactvolle initiatieven worden gezien.
Een laatste aandachtspunt bij het kijken naar de impact van initiatieven is dat het schaalniveau van een wijk of dorp soms te klein is. Voor voldoende vraag/aanbod naar bijvoorbeeld hergebruik van spullen is een gemeentelijk of zelfs regionaal schaalniveau interessanter.
Foto’s: CBS, Mooizooi Haarlem en Copernikkel/Olaf Smit
Lees ook: Het gewone leven van mensen moet het uitgangspunt zijn van de klimaattransitie