Nieuwe Energy Hub in Zeeland zorgt voor meer ruimte op elektriciteitsnet
Praktijkverhalen
Op Tholen in de provincie Zeeland is onlangs de eerste energy hub (e-hub) van Nederland...
Mest vergisten naar biogas past goed in de ambities van Nederland om de energieproductie te verduurzamen en mineralenkringlopen te sluiten. Een berekening in Zoeterwoude, als onderdeel van het initiatief Groene Cirkels, wijst uit dat het voor boeren onder bepaalde voorwaarden economisch interessant kan zijn.
‘We willen in Nederland naar een circulaire economie toe en daar sluit mestvergisting heel goed bij aan’, zegt onderzoeker Edo Gies van Klimaatplein-partner Alterra Wageningen UR. ‘Vergisting levert enerzijds duurzame energie op en omdat het digestaat dat na monovergisting overblijft qua samenstelling vergelijkbaar is met mest, kun je dit weer aanwenden voor op het land. Omdat het Ministerie van Economische Zaken in het kader van het Energieakkoord nu ook inzet op vergisting, willen wij onderzoeken of het voor boeren daadwerkelijk rendabel kan zijn erin te investeren. Daar komt bij dat vergisting voor een behoorlijke reductie van broeikasgassen zorgt.’
In het initiatief Groene Cirkels hebben Wageningen UR, bierbrouwer Heineken en de provincie Zuid-Holland de handen ineen geslagen om te komen tot een klimaatneutrale bierbrouwerij in Zoeterwoude o.a. met behulp van biogas. Gies: ‘Heineken gebruikt nu nog aardgas voor het brouwproces, maar zou ook biogas uit de omgeving toe willen passen. We hebben daarom gekeken of monovergisting interessant kan zijn. Dit blijkt inderdaad zo te zijn.’
In Zoeterwoude zou Heineken partieel gezuiverd biogas kunnen afnemen van een melkveehouderijbedrijf in de directe omgeving. Gies: ‘Dat zou de boer veel kosten kunnen besparen, omdat hij dan het ruwe biogas niet zelf hoeft op te werken naar aardgaskwaliteit.’ Monovergisting wordt voor boeren nog interessanter als de investeringskosten voor de vergistingsinstallatie omlaag gaan. Volgens Gies neemt EZ daar nu initiatief in: ‘Zonder subsidie is monovergisting sowieso nog niet rendabel.’ Gies en zijn collega’s onderzoeken verder of de energieopbrengst verhoogd kan worden door maximaal 5 procent moutstof aan de dierlijke mest toe in de vergister te voegen.
Vergisting levert niet alleen een bijdrage aan de verduurzaming van de energieproductie, maar past ook in de ambitie om de mineralenkringloop te sluiten. ‘Digestaat, de mest die na vergisting overblijft, heeft een vergelijkbare mineralensamenstelling als niet-vergiste mest. Het heeft ook dezelfde landbouwkundige werking. Voordeel van digestaat uit een monovergister is daarbij dat de hoeveelheid dierlijke mest niet wordt vergroot. Bij covergisten wordt het hele vergiste product als dierlijke mest gezien, inclusief de digestaat die van coproducten afkomstig is.
In Zoeterwoude zou monovergisting dus kansrijk kunnen worden. Op andere plekken in Nederland ook? Gies denkt van wel. ‘Zeker als je een wat groter melkveehouderijbedrijf hebt, met meer dan 200 koeien, kan monovergisten aantrekkelijk zijn. Voorwaarde is wel dat de aangekondigde innovatieregeling van minister Kamp er komt. Zonder een steuntje in de rug van EZ is het rendement nog niet positief, zeker omdat een monovergistingsinstallatie al snel 7 á 8 ton kost.
Wat ook meehelpt is een afnemer á la Heineken in de directe omgeving, waardoor boeren verzekerd zijn van structurele afzet van ruw biogas. De belangstelling van boeren én potentiële afnemers groeit in ieder geval, signaleert Gies. ‘Wij helpen graag om partijen aan elkaar te koppelen.’