Een Klimaatakkoord voor maximaal anderhalve graad opwarming van de aarde
Klimaatbeleid
Een klimaatdoel van maximaal anderhalve graad Celsius mondiale temperatuurstijging is tijdens de klimaattop van Parijs...
Voorzitter Ed Nijpels van het Klimaatberaad presenteerde onlangs de hoofdlijnen voor het Klimaatakkoord. Daaruit moet blijken hoe Nederland de doelstellingen voor minder CO2-uitstoot gaat halen. Wat betekenen de voorgestelde maatregelen voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB)?
Vanuit het Energieakkoord, dat in 2013 werd gesloten, is al besloten om fors te investeren in energiebesparing en hernieuwbare energieopwekking. De energievoorziening in Nederland moet betrouwbaar en betaalbaar blijven. Daarom maakte het Energieakkoord meer ruimte voor schone, hernieuwbare energie. Dat is energie die opgewekt is uit bijvoorbeeld zonlicht, wind of water – bronnen waar we steeds opnieuw uit kunnen putten.
Een belangrijk voordeel van schone energie is dat we daarmee de uitstoot van CO2 (broeikasgas) en andere vervuilende stoffen drastisch verminderen. Daarmee leveren we – als klein land – onze bijdrage aan het oplossen van klimaatproblemen.
Na het afsluiten van energieakkoord kwam in 2015 het internationale klimaatakkoord van Parijs. Daarin werd afgesproken dat we de wereld met niet meer dan 2 graden (of liever nog 1,5 graad) mogen laten opwarmen. Dit om zo desastreuze klimaatontwrichting te voorkomen. Om die Parijse doelen te halen moet er nog een extra tandje bij om de uitstoot van schadelijke broeikasgassen te voorkomen. De rechter heeft drie jaar geleden in de ‘Urgenda klimaatzaak’ al bevolen dat de Staat de CO2-uitstoot in 2020 met 25 procent moet verlagen, ten opzichte van 1990. Nederland wil sowieso in 2050 95% minder broeikasgassen uitstoten ten opzicht van 1990. Dat is onlangs in een klimaatwet vastgelegd. In het Klimaatakkoord dat is gepresenteerd worden afspraken vastgelegd over de manier waarop we in Nederland het doel van 49% broeikasgasreductie in 2030 ten opzichte van 1990 gaan bereiken. Daarom dat nu een aantal ‘klimaattafels’ overleg hebben gevoerd over hóe dit Nederlandse klimaatdoel is te halen.
Het MKB zal de komende jaren te maken krijgen met een aantal gevolgen vanuit zowel het Energieakkoord, het huidige Regeerakkoord als het nieuwe Klimaatakkoord.
1. Om te beginnen is er vanaf 1 juli 2019 de informatieplicht energiebesparing. Dat betekent dat bedrijven verplicht zijn om de overheid te informeren welke energiebesparende maatregelen ze hebben genomen.
2. Daarnaast zal de prijs om CO2-uitstoot te mogen veroorzaken omhoog gaan. In het huidige regeerakkoord staat dat er in 2020 begonnen wordt met het nationaal beprijzen van CO2. Een prijs van €60,- per ton is nodig in 2020 om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Het Klimaatplein voerde een testcase uit met CO2-beprijzing bij MKB-bedrijven en de resultaten daarvan zijn erg positief.
3. De belasting op gasverbruik gaat omhoog en de belasting op stroomverbruik omlaag. Dit om zo aardgas minder aantrekkelijk te maken als brandstof en de elektrificatie van verwarming en productieprocessen te stimuleren. Het Klimaatplein organiseerde een bijeenkomst om een bedrijventerrein van het aardgas af te halen. Lees er meer over in ons dossier aardgasloos ondernemen.
4. Minister Wiebes heeft aangegeven dat de grootste 200 verbruikers van aardgas in Nederland binnen vier jaar van het Gronings gas af moeten. Er bestaan volgens de minister voor de bedrijven twee opties: of verduurzaming van de energievoorziening of het overstappen op een ander soort gas dan het Groningengas. Klimaatplein zette de voordelen en kansen van ondernemen zonder aardgas op een rij.
5. Wanneer je als ondernemer veel van het vliegverkeer gebruik maakt, dan ga je dat ook merken. Nederland wil, het liefst in Europees verband, maar anders zelf, vliegreizen zwaarder belasten. Klimaatplein rekende de prijs van een vliegreis uit wanneer je alle kosten mee zou nemen.
6. De overheid gaat duurzamer inkopen. Van alle spullen die overheden kopen, moet al in 2022 minstens 10 procent ‘circulair’ zijn. Daar is 1 megaton CO2 mee te besparen. Het betekent dat het rijk, gemeenten en andere overheden ieder jaar voor 6 à 7 miljard spullen en bouwmaterialen gaan inkopen die grondstoffen besparen. Omdat ze recyclebaar zijn, of al (deels) hergebruikt, of zuiniger geproduceerd worden. Dit is een kans voor innovatieve MKB-bedrijven die producten ontwikkelen en maken die circulair zijn.