Tweede Kamercommissie Klimaat en Groene Groei ontvangt oplossingen voor nakomen klimaatakkoord Parijs
Klimaatbeleid
De Tweede Kamercommissie voor Klimaat en Groene Groei ontving deze week een lijst met oplossingen...
In mijn blogbijdrage over het geheim achter het succes van de CO2-Prestatieladder heeft u kunnen lezen over het ontstaan en de eerste ontwikkelingen van dit instrument. Maar wat gaat het ons in de toekomst brengen? En waar komt de huidige olievlekwerking vandaan? Na het lezen van deze blog begrijpt u de groeisprint van de CO2-Prestatieladder. Ook nemen we samen een kijkje in de glazen bol en zien we wat we in toekomst kunnen verwachten.
Met het introduceren van de CO2-Prestatieladder had initiatiefnemer ProRail snel veel succes. Vrijwel al haar grote leveranciers haalden binnen korte tijd het niveau 5 certificaat. Dat was een reden voor Rijkswaterstaat om te volgen en de CO2-Prestatieladder van toepassing te verklaren op alle grote aanbestedingen. Daarna volgde al snel tientallen gemeentes. Inmiddels is op de website van SKAO te zien dat zo’n 23 overheidspartijen de CO2-Prestatieladder hanteren, waaronder: Gemeente Amsterdam, Gemeente Utrecht, Port Of Rotterdam en het Ministerie van Defensie. En de eerste niet overheden staan al op de lijst, zoals Alliander.
Wat absoluut de belangrijkste oorzaak is van de snelle groei van de CO2-Prestatieladder is de ketengedachte die er in zit. Dit houdt in dat bedrijven die op niveau 4 of 5 staan worden verplicht om te kijken naar de CO2 uitstoot in de keten en van hun leveranciers. En dat telt zwaar mee in de beoordeling. In de praktijk houdt dit in dat een hoofdaannemer alleen niveau 5 kan behalen en behouden als een groot deel van haar onderaannemers zich ook inspant om CO2 te reduceren. Idealiter behalen al deze onderaannemers niveau 3. En dit creëert de olievlekwerking. Elke hoofdaannemer die besluit om niveau 5 te behalen trekt vele onderaannemers mee.
Een tijd geleden bezocht ik een seminar van SKAO. Onder de deelnemers verwachte ik vooral bedrijven die oriënterende waren op de CO2-Prestatieladder. Niets bleek minder waar. Op de deelnemerslijst werd duidelijk dat zo’n 60 van de 70 deelnemers potentiële opdrachtgevers waren. Om een indicatie van het effect te geven: een gemeente in de provincie Noord-Holland besloot recentelijk om de CO2-Prestatieladder als selectiecriterium (!) op te nemen in hun aanbestedingen. Oftewel: als je niet niveau 3 of hoger hebt doe je niet mee. Gevolg: 28 bedrijven hebben in korte tijd niveau 3 op de CO2-Prestatieladder behaald. Je kunt je voorstellen wat het effect zou zijn als ook al die andere gemeentes in de toekomst gaan volgen.
Tijdens het spreken van mensen op het seminar van SKAO ben ik niet alleen geschrokken van het aantal gemeentes, maar ook van de andere sectoren die hebben aangegeven te willen volgen. Tot nu toe is de CO2-Prestatieladder het meest actueel in de infra sector. Maar houdt je vast, want de afvalsector, metaalsector, ICT sector en de watersector zullen volgen. Waterschap Scheldestromen staat al op de lijst van opdrachtgevers. En, zeer recent nieuws, de Rijksoverheid heeft in de klimaatagenda de CO2-Prestatieladder opgenomen.
Het ultieme doel van de CO2-Prestatieladder is dat alle bedrijven op niveau 5 staan. Dan dragen we allemaal bij aan een duurzame wereld en hebben opdrachtgevers geen hoge kosten aan het bieden van fictief gunningsvoordeel. Met de ketengedachte die in de CO2-Prestatieladder verweven zit, de zeer recentelijk ingevoerde nieuwe aanbestedingswet en de vele sectoren die zullen volgen lijkt dit ultieme doel sneller dichterbij te komen dan we allemaal hadden gedacht.
Meer informatie over de CO2-Prestatieladder vindt u hier.