Nieuwe LED verlichting zet de Nachtwacht in duurzaam licht
Energiebesparing
Het Rijksmuseum te Amsterdam heeft een belangrijke stap gezet in de verduurzaming van haar verlichting....
Vaak denken we bij de energietransitie alleen aan het verduurzamen van het elektriciteitsverbruik, terwijl we warmte over het hoofd zien. Maar het zet veel meer zoden aan de dijk als we minder warmte gebruiken en meer restwarmte benutten.
Warmtegebruik is veruit de belangrijkste veroorzaker van ons huidige energiegebruik en daarmee de grootste bron voor onze CO2-uitstoot. Denk aan het verwarmen van gebouwen of de benodigde proceswarmte voor de industrie. Helaas krijgt het verminderen van ons warmtegebruik en de inzet van restwarmte minder aandacht dan ons elektriciteitsgebruik. Het aspect ‘penny wise, pound foolish’ ligt dan op de loer.
Ook energiebeleid is wat dat betreft aan trends onderhevig. Zonnepanelen en elektrische auto’s lijken voor beleidsmakers vaak de heilige graal voor een duurzame samenleving. Deze technieken kunnen echter in Nederland in werkelijkheid op het totale energiegebruik (voorlopig) slechts een bescheiden bijdrage leveren.
Om het hergebruik van restwarmte te stimuleren zal de overheid en invloedrijke partijen in het algemeen maar twee dingen hoeven te doen. Zorgdragen voor ondersteuning voor lange termijn financiering (en iets minder ingewikkelde milieu investeringsaftrek regelingen) om risico’s voor ondernemers acceptabel te maken en op te treden als ‘koppelaar’ tussen partijen om koudwatervrees weg te nemen.
Een moreel verbod op het verkwisten van hoogwaardige restwarmte kan hierin een extra stimulans vormen. Instrumenten om hierop toe te zien zijn al beschikbaar zoals de Wet Milieubeheer en de Energy Efficiency Directive (EED). Daarbij zal vanuit handhaving verder gekeken moeten worden dan het lijstje erkende maatregelen.
Op deze wijze wordt er ‘nooit’ meer een zwembad gebouwd zonder een ijsbaan en/of datacenter daar aan vast te knopen, wordt warmte in de zomer omgezet via bijvoorbeeld absorptiekoelmachines naar koude, of wordt dezelfde warmte aan meerdere industriële processen beschikbaar gesteld. Zo kan een cementproducent prima restwarmte leveren aan een composteerbedrijf. Samenwerken op energiegebied loont en verhoogt de concurrentiekracht.
Dit is eigenlijk iets dat in de jaren tachtig en negentig al gebeurde door het plaatsen van installaties voor warmtekrachtkoppeling (WKK). Dit vond plaats met de ondersteuning van enige subsidie en de ijver van energiebedrijven die de maatschappelijke doelen boven winst stelden. CO2-reductie is dan mogelijk tegen een fractie van de maatschappelijke kosten van windturbines op zee. Ik wil daarmee niet voorbij gaan aan het belang om energie duurzaam op te wekken, maar zonder een uitgekiend systeem voor ons dagelijks energiegebruik blijft dat dweilen met de kraan open.
Volgens ramingen van WKK-vereniging Cogen is nog een verdubbeling mogelijk van het huidige geïnstalleerde WKK vermogen. Dit zou betekenen een extra besparing van ca. 10 Mton CO2 en 100 PJ energie. Er kan vanuit worden gegaan dat mobiliteit en machines steeds vaker elektrisch aangedreven gaan worden en verwarming met warmtepompen wordt ingevuld. Hierdoor zal ons elektriciteitsverbruik groeien t.o.v. het direct inzetten van primaire (fossiel) energiedragers.
In het kader van CO2-reductie is het laten groeien van het aandeel duurzame elektriciteit relevant, maar ook een langdurig proces om significant te laten zijn op de benodigde daling van onze CO2-uitstoot. Om de CO2-doelstellingen te behalen is focus op het zo efficiënt mogelijk opwekken van elektriciteit (combinatie met warmtelevering), het verminderen van ons warmtegebruik en het beter inzetten van restwarmte zeker zo belangrijk.
Via deze link vind u enkele praktische bespaartips voor verwarmen en koelen.
Leo Smit is docent voor de PHOE-opleidingen Energiebeheer en Energieaudit EED. Deze column verscheen tevens in Ensoc.
Foto: Warmtekrachtkoppeling (wkk) is een energiezuinige techniek die zowel elektriciteit als warmte opwekt.