Tweede Kamercommissie Klimaat en Groene Groei ontvangt oplossingen voor nakomen klimaatakkoord Parijs
Klimaatbeleid
De Tweede Kamercommissie voor Klimaat en Groene Groei ontving deze week een lijst met oplossingen...
Volgens de laatste Klimaat- en Energieverkenning (KEV rapport 2023) gaat Nederland haar energiebespaardoelen voor het jaar 2030 in het huidige tempo niet halen. Bovenop die bespaardoelen komt de Nederlandse toezegging die tijdens de Klimaattop in Dubai is afgegeven: we willen onze inspanningen voor energiebesparing nog eens gaan verdubbelen… Willen we hier écht voor gaan, dan moeten er forse besluiten worden genomen. Wanneer die besluiten dan ook direct leiden tot het oplossen van het probleem van netcongestie, dan slaan we twee vliegen in een klap.
Om te beginnen: wie krijgt nog wel energie en wie fors minder? Hoe voorkomen we verspilling van energie in sectoren die niet bijdragen aan het oplossen van huidige ecologische en sociale crises maar ze juist verergeren? Dat is een keuze met gevoelige gevolgen, want daarmee wordt direct bepaald welke bedrijven op korte termijn zullen moeten sluiten en welke niet. Aan de andere kant ís er geen keuze: er is krapte op het energienet, krapte vanwege te veel stikstof en ruimtegebrek, krapte aan arbeidskrachten en krapte aan schone lucht en water. In een Nederland dat tegen zoveel natuurlijke grenzen aanloopt moeten er logischerwijs keuzes worden gemaakt.
Ook zijn er nog belastingmaatregelen die bijdragen aan minder energieverbruik. Dat begint bij het wegnemen van fossiele subsidies en het afschaffen van degressieve belastingtarieven op elektriciteitsverbruik. Dankzij deze degressieve tarieven worden in sommige sectoren dure maatregelen gestimuleerd (huishoudens en mkb met een laag energieverbruik), terwijl in andere sectoren het potentieel voor goedkopere maatregelen onbenut blijft (industrie). Denk ook aan het beprijzen van zogenaamde externe kosten: laat bedrijven alle veroorzaakte milieuschade meenemen in de kostprijs van hun producten. Het wél privatiseren van de winsten, maar de milieukosten vervolgens socialiseren draagt immers bij aan verdere ongelijkheid in Nederland.
Juridisch gezien is er ook veel mogelijk om energieverspilling tegen te gaan. Handhaaf om te beginnen de energiebespaarwetten die er, soms al decennialang, zijn. Zoals het verplichte energielabel C voor kantoren, en de mkb-plicht voor het nemen van energiebesparende maatregelen die binnen vijf jaar zijn terugverdiend. En verleng die terugverdientijd vervolgens naar zeven jaar. Sluit bij aanbestedingen bedrijven uit die niet voldoen aan deze al lang bestaande wetten. En voer, net als nu voor kantoren, ook een verplicht energielabel C in voor bedrijfshallen.
Ga daarnaast energieverspilling op bedrijfslocaties tegen. En daar zijn hele windmolenparken aan energie mee te besparen. Enkele voorbeelden:
-10% van het industrieel energieverbruik gaat naar perslucht. Daarvan wordt op locaties tot 40% verspild omdat er lekkages zijn of vanwege een verkeerde afstelling of gebruik.
-70% van industrieel elektriciteitsverbruik gaat naar het aandrijven van elektromotoren. Het beter inregelen van elektromotoren en de instellingen aanpassen naar het meest efficiënte toerental en frequentie bespaart opgeteld enorme hoeveelheden energie. Zo bespaart het goed instellen van het toerental met een regelaar gemiddeld zo’n 25% op stroomverbruik.
-Slecht ingestelde klimaatinstallaties, die bijvoorbeeld tegelijkertijd een gebouw verwarmen én koelen, veroorzaken een verspilling van zo’n 25% van de energie die alle windmolens op land en in de zee in 2023 opwekten.
–Het eenvoudigweg uitschakelen van onnodige verlichting buiten bedrijfstijd levert een besparing op van 500 miljoen kWh.
Als ondernemer aan de slag met energie besparen? Check deze quick wins energiebesparing of deze diverse wegwijzers voor energie besparen.
Geef daarnaast bedrijven de opdracht om op hun bedrijventerrein te kijken naar samenwerking op energiegebied. De een heeft warmte over die nu nog nutteloos de lucht in wordt gepompt, terwijl een buurman die juist goed kan gebruiken voor zijn productieproces of verwarming van kantoren. En die buurman heeft wellicht weer dakoppervlakte over voor de ander waardoor die met duurzame energie zich van stroom kan voorzien. Stem ook verbruikstijden met elkaar af. De een produceert vanaf de vroege ochtend tot halverwege de middag en de ander vanaf dat tijdstip tot en met de avond. Zo geven bedrijven elkaar de ruimte in tijden van een overvol stroomnet om alsnog te kunnen produceren.
In 1865 constateerde de Engelse econoom William Stanley Jevons dat technologische verbeteringen die de efficiëntie van het gebruik van steenkool deden toenemen, in een breed scala van industrieën juist leidden tot een verhoogde consumptie van steenkool. Jevons stelde dat men er, in tegenstelling tot wat men zou verwachten, niet op kan rekenen dat technologische verbeteringen het brandstofverbruik verminderen. Deze constatering wordt nu de ‘Jevons paradox’ of het ‘Rebound effect’ genoemd.
Let daarom, bij het tegengaan van alle energieverspilling, op dat de energie die dan wordt bespaard vervolgens efficiënt en doelbewust wordt benut. Organisaties die bijdragen aan het oplossen van ecologische en sociale problemen krijgen voorrang. Plaats daarnaast een plafond in de totale opwek en distributie van duurzame energie om zo dit rebound effect te voorkomen. Want gaan we uiteindelijk toch weer meer energie verbruiken dan voorheen, dan gaat alle efficiency- en milieuwinst weer verloren en draagt, paradoxaal genoeg, het tegengaan van verspilling bij aan meer vervuiling.
Tenslotte nog een paradox op een ander milieuvlak: creëer met de zogenaamde duurzame energietransitie niet problemen op andere ecologische en sociale gebieden. De zeldzame aardmetalen die nodig zijn voor zonnepanelen, stroomkabels, windmolens en batterijen worden nu nog vaak onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden gewonnen en verbruiken ongelooflijke hoeveelheden schaars water. Bovendien wordt rondom de winningslocaties de biodiversiteit onherroepelijke schade toegebracht. Eerlijk loon, veilige arbeidsomstandigheden, het minimaliseren van milieuschade en het herstellen van de biodiversiteit dáár moet als basis dienen voor de duurzame energietransitie híer.
Artikel door: Rob van der Rijt (oprichter Klimaatplein) met de hulp van diverse energie- en duurzaamheidsdeskundigen waaronder Felix van Hoften (onderzoeker bij de Universiteit van Amsterdam).