Gemeente ’s-Hertogenbosch verduurzaamt ook eigen gebouwen

CO2-neutraal ondernemen

“Als gemeente willen we natuurlijk het goede voorbeeld geven, door ook ons eigen vastgoed te verduurzamen.” Erik Leisink, portefeuillemanager maatschappelijk vastgoed van de gemeente ‘s-Hertogenbosch, is er duidelijk over: “We hebben allemaal de taak om te verduurzamen, dus ook de gemeente in haar rol als eigenaar van gebouwen.”

Projectleider Rob Wouters vult hem aan: “Onze ambitie is verduurzaming naar minimaal label B en indien mogelijk naar BENG, een Bijna Energie-Neutraal Gebouw.” De gemeente ‘s-Hertogenbosch heeft hierbij gekozen om ruim honderd gebouwen, van monumentaal tot nieuw, van label A tot G, in één keer aan te pakken. Het gaat om scholen, sportlocaties, culturele gebouwen, zoals de Willem Twee en het eigen vastgoed, zoals de gemeentewerf. De eerste groep van 35 gebouwen is inmiddels gereed; deze worden nu van een nieuw label voorzien. De tweede groep gebouwen is op dit moment in uitvoering; met de derde groep wordt gestart.

Onderhoudswerkzaamheden combineren

Leisink: “Wij hebben ervoor gekozen om onze gebouwen in één keer aan te pakken. Zo kunnen wij gebouwen verduurzamen en huidige en toekomstige onderhoudswerkzaamheden combineren. Dat heeft verschillende voordelen.”

Rob Wouters: “Bijvoorbeeld de ene keer pak je de ketel aan omdat die aan vervanging toe is en een tijd later de dakbedekking bij het groot onderhoud. Maar het kan zijn dat een warmtepomp juist rendabel is als je het dak beter isoleert. Dan is het slim om dat naar voren te halen en alles in een keer uit te voeren. Bovendien hebben de gebruikers dan maar een keer overlast en is de verrekening van de kosten ook gemakkelijker, doordat je niet steeds opnieuw de gemaakte kosten van een verbetering moet verrekenen.”

Geen financieel nadeel

Want het financiële voordeel van deze maatregelen komt ook de gebruikers ten goede. Leisink: “We pakken alles aan wat zich binnen 25 jaar terugverdient. De huurder gaat meer huur betalen, maar verdient dat terug doordat hij minder energiekosten heeft. Bovendien verrekenen we maar 80% van de kosten in de nieuwe huurprijs, dus dat betekent dat huurders geen financieel nadeel ondervinden.”

Voor dit project is gekozen voor een andere manier van aanbesteden dan gewoonlijk. De werkzaamheden zijn niet in een keer in de markt gezet. In plaats daarvan heeft men bouwkundige en installatiebedrijven geselecteerd. In koppels werken zij de werkzaamheden voor elk gebouw uit.

Een goed advies

Wouters: “De samenwerking tussen een bouwkundige en een installateur werkt heel goed. Samen bekijken ze wat er per gebouw moet gebeuren en hoe ze het aan zullen pakken. Zo komen ze samen met betere oplossingen dan dat ze alles afzonderlijk bekijken. Ook wordt er vaak meteen een onderaannemer bij betrokken om snel en gericht tot een goed advies te komen.”

Verder is afgesproken dat partijen tot drie jaar na oplevering bij het onderhoud van het gebouw, de energiemonitoring en het goed functioneren van de installaties betrokken blijven.

Welke tips hebben Leisink en Wouters voor andere organisaties?

“Ben niet bang om te beginnen”, roepen ze bijna in koor. Rob Wouters vervolgt: “Maar al te vaak merken we een terughoudendheid. Zullen we toch nog maar wachten? Maar als je alles goed hebt uitgezocht: welke doelen wil je bereiken, wat zijn de financiële parameters en wat is je milieuwinst? En het klopt. Dan gewoon beginnen!”

Onrendabel budget

Erik Leisink: “Deze tip zal niet voor iedereen gelden, maar indien mogelijk: zorg voor onrendabel budget! Gelukkig had de gemeenteraad besloten dat er naast het geld voor de maatregelen die zich binnen 25 jaar terugverdienen ook geld beschikbaar kwam voor ‘onrendabele maatregelen’. Enkel glas vervangen is meestal niet rendabel als je een periode van 25 jaar aanhoudt. Maar ook de uitstraling en het comfort van de gebruikers tellen mee.”

Rob Wouters: “Verduurzaming is niet alleen een financiële kwestie. Je kunt niet alles in kilowattuur platslaan.”

En tot slot: “Begin met het laaghangend fruit. Pak de slechtste labels als eerste aan en als het op dit moment nog niet rendabel is om de installaties aan te pakken, pak dan in ieder geval de schil aan. Installaties kunnen dan op een natuurlijker moment vervangen worden door duurzame varianten.”

Foto: Sandra Peerenboom. Tekst: Frits Buijs
Deze tekst werd voorheen geplaatst op de website van de Bossche Energiecoalitie en is met toestemming van de gemeente ‘s-Hertogenbosch doorgeplaatst op het Klimaatplein.

Gerelateerde artikelen

Ziggo Dome kiest voor duurzame energie van energiecoöperaties

CO2-neutraal ondernemen

Sinds dit jaar is om | nieuwe energie de energieleverancier van de Ziggo Dome. Deze...

Lees verder

Circulair installeren draagt bij aan duurzamere bedrijfsvoering

CO2-neutraal ondernemen

De installatiebranche staat aan de vooravond van een transitie naar circulariteit, waarbij de focus ligt...

Lees verder

CarbonLeap reduceert CO2 uitstoot transport Meelunie

Praktijkverhalen

Meelunie, een wereldwijde leverancier van agrarische ingrediënten, werkt samen met Klimaatplein partner CarbonLeap om de...

Lees verder