Gestandaardiseerde aanpak voor ketenpartners aardgasvrije woningen
Energiebesparing
In de zoektocht naar duurzame oplossingen voor vastgoed komt één vraag steeds vaker naar voren:...
Nederland wil, samen met andere Europese landen, veel minder energie gaan verbruiken. Er is daarvoor een bindend doel voor ieder land om trapsgewijs naar een jaarlijkse energiebesparing van 1,5 procent toe te werken. In deze besparing is een belangrijke rol weggelegd voor bedrijven en instellingen. Zo hebben bedrijven, die jaarlijks meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas(equivalent) verbruiken, een energiebesparingsplicht. Ze zijn verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen die binnen vijf jaar terugverdiend kunnen worden.
In de regel geldt dat de verplichting wordt opgelegd aan degene die activiteiten in een gebouw uitvoert. Maar er wordt ook gekeken naar de eigenaar van het gebouw of degene die bevoegd is tot het treffen van voorzieningen aan het gebouw.
Dat leidt in de praktijk vaak tot een discussie tussen huurder en verhuurder. Want wie is nu waar verantwoordelijk voor? Het is daarbij belangrijk dat de afspraken goed in de huurovereenkomst zijn vastgelegd. De huurder is immers lang niet altijd bevoegd om bouwkundige aanpassingen aan het gebouw te doen. Vaak wordt als vuistregel gehanteerd dat verhuurder gebouwgebonden maatregelen moet treffen (zoals het isoleren van een spouwmuur of het aanpassen van de gebouwgebonden installatie) en de huurder de overige maatregelen. Maar dit kunnen beiden dus zelf bepalen in de huurovereenkomst.
Dat wil overigens niet zeggen dat een handhaver daar aan gebonden is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een gebouw dat niet is voorzien van LED-verlichting, waar dat wel had gekund. Die maatregel is immers veelal binnen 5 jaar terug te verdienen. De handhaver kan hier bijvoorbeeld een ‘last onder dwangsom’ opleggen aan de huurder, terwijl beiden hebben vastgelegd dat deze maatregel door de verhuurder moet worden genomen. Dan is het wel zo handig om goed vastgelegd te hebben wie er voor de maatregelen verantwoordelijk is.
In het verleden hadden de verschillende omgevingsdiensten, die verantwoordelijk zijn voor het toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht, veel capaciteitsproblemen, waardoor hier in de praktijk niet heel veel van terecht kwam. Maar daar komt verandering in! De netbeheerders worden verplicht om, op verzoek van een omgevingsdienst, de exacte energieverbruikgegevens per aansluiting te verstrekken. Het gaat dan om de energieverbruikgegevens van eindgebruikers en alleen voor die eindgebruikers die boven de vastgestelde drempelwaarden uitkomen. Dit betekent dus dat handhaving een stuk eenvoudiger gaat worden en de urgentie om echt werk te maken van de verplichting tot energiebesparing hoog is.
Het inzichtelijk maken en rapporteren kan in vier eenvoudige stappen:
En wist je dat zonder al te grote investeringen snel en eenvoudig 5 tot 10 procent besparing op het energieverbruik is te realiseren? En dat is niet alleen goed voor een kostenreductie, het helpt ook de CO2-uitstoot terug te dringen. Ronald Remijn, Manager energiemonitoring centrum Hubgrade bij Veolia, vertelde hier eerder over bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Alles over de wet- en regelgeving vind je op de website van RVO. Wil je meer weten over energiemonitoring, mogelijke besparingen en hoe je aan de verplichte rapportages kunt voldoen? Klimaatplein partner Veolia Gebouwenbeheer helpt je graag verder.
Foto’s: Veolia