
De voordelen van verduurzaming maatschappelijk vastgoed
CO2-neutraal ondernemen
Maatschappelijk vastgoed en sportaccommodaties spelen een belangrijke rol in de samenleving, maar ze verbruiken ook...
Wat doe je met duizenden afgedankte fietsaccu’s? Tot voor kort was het antwoord simpel: verbranden. Daarmee gingen niet alleen kostbare grondstoffen verloren, maar ook kansen voor circulaire innovatie. Refurb Battery uit Breda besloot het anders te doen – en ontwikkelde in een paar jaar tijd een onderneming die afgedankte accucellen een tweede leven geeft.
De oorsprong van de onderneming ligt in de reguliere batterijhandel. Tijdens de coronapandemie stokte de aanvoer van nieuwe accucellen uit Azië. Daardoor rees bij Ivar Jansen van Refurb Battery de vraag: waar blijven al die gebruikte fietsaccu’s eigenlijk? Het antwoord bleek schokkend. Hoewel consumenten bij aankoop een verwijderingsbijdrage betalen, werden de meeste accu’s ingezameld om vervolgens in Duitsland of Frankrijk verbrand te worden.
Toen Refurb Battery een eerste accu opende, bleek dat vaak niet de cellen, maar simpele onderdelen zoals een stekker of managementsysteem defect waren. “Tot onze verbazing was zo’n 80% van de cellen nog prima bruikbaar,” vertelt Jansen. “Ze leiden een relatief rustig leven in een e-bike, en gaan dus veel langer mee dan gedacht.”
Met die ontdekking ontstond een nieuw verdienmodel: het ‘oogsten’ van goede cellen uit oude accu’s en ze inzetten voor grootschalige energieopslag. Refurb Battery ontwikkelde eigen productielijnen en bouwt nu complete systemen, variërend van zeecontainers vol met 50.000 cellen tot kleinere stationaire batterijen voor bedrijven.
De toepassingen zijn talrijk: van bouwplaatsen waar zware elektrische machines gevoed moeten worden, tot bedrijven die zonne-energie willen opslaan omdat teruglevering aan het net niet altijd meer kan. “Onze systemen verlengen de levensduur van cellen drie- tot viermaal,” aldus Jansen. “Dat scheelt grondstoffen, CO₂ en kosten.”
Refurb Battery doet méér dan hergebruik. Alle cellen worden individueel getest, gelabeld en gevolgd in een dataplatform. Daardoor is precies te traceren hoe een cel presteert en waar deze naartoe gaat. Ook de restmaterialen – van koper tot kunststof – worden zorgvuldig gescheiden en afgevoerd.
Het bedrijf begon drie jaar geleden met drie man en telt inmiddels dertig medewerkers. Samen met partners als Stibat (de inzamelorganisatie voor accu’s) en containerbouwers bouwt Refurb Battery uitsluitend in Nederland. “Zo weten we zeker dat het product volledig circulair en traceerbaar blijft.”
De snelle groei bracht ook uitdagingen met zich mee: vergunningen, verzekeringen en wetgeving rondom opslag van lithium-ion batterijen vroegen veel tijd en overleg. Maar inmiddels heeft Refurb Battery een solide track record opgebouwd zonder incidenten.
Voor de toekomst ziet Jansen vooral kansen in de Europese regelgeving, die producten beter repareerbaar en circulair moet maken. Ook een eerlijker prijsmechanisme – waarin de milieu-impact van nieuwe grondstoffen wordt meegewogen – zou circulaire oplossingen een duw in de rug geven.
Een opvallende les die Jansen ondernemers wil meegeven: wees transparant en zoek samenwerking. “Het is verleidelijk om je kennis en techniek af te schermen. Maar wij hebben gemerkt dat openheid vaak tot de mooiste samenwerkingen leidt – ook met partijen die je in eerste instantie als concurrent ziet. Uiteindelijk heeft iedereen hetzelfde probleem: hoe maken we onze keten écht circulair?”
Het verhaal van Refurb Battery laat zien dat duurzaamheid en ondernemerschap goed samengaan. Door slim te kijken naar wat nu nog als afval wordt gezien, ontstond een nieuwe markt met maatschappelijke impact. Voor ondernemers die zelf stappen willen zetten richting duurzaamheid is de boodschap duidelijk: durf bestaande processen te bevragen, zie waarde in reststromen, en zoek partners die met je mee willen bouwen.
Of zoals Jansen het verwoordt: “Gun een ander ook iets – kennis, data, of een stukje van het businessmodel. Uiteindelijk wint iedereen, inclusief het klimaat.”
Dit interview is onderdeel van het Impact-Up onderzoeksproject mede uitgevoerd door het lectoraat duurzaamheidtransities van de Breda University of Apllied Sciences.