Familiebedrijf Van Schie pakt door met duurzaam ondernemen
CO2-neutraal ondernemen
Marcel van Schie, geboren in Delft, groeide op met ondernemen in zijn bloed: zijn vader...
Boeiende uitdagingen voor het Van Gogh museum: je wilt de ideale klimaatomstandigheden voor de schilderijen, de kunst inspirerend voor het publiek exposeren én tegelijkertijd het energieverbruik verder terugdringen. Ben van der Stoop van het Van Gogh Museum in Amsterdam houd zich met die uitdagingen bezig. Uitdagingen die volgens hem goed te verenigen zijn. “Wacht niet op een groot ambitiedocument, maar zet continu stappen. Tijdens je reis ontdek je de beste oplossingen.”
Al meer dan tien jaar werkt Van der Stoop, adviseur vastgoedbeheer, aan de verduurzaming van het museum. Stap voor stap dus, en rekening houdend met de museale functie van het Van Gogh Museum en de kwetsbaarheid van de werken. Want vooropgesteld, schilderijen zoals de beroemde Zonnebloemen van Vincent van Gogh hangen het liefst in een donkere ruimte, met een constante temperatuur en dito luchtvochtigheid, ver weg van mensen en daglicht.
Ben legt uit: “Hoge vochtigheid verhoogt de kans op schimmel, droogte kan craquelé veroorzaken. Dat betekent dat de verf verdroogt waardoor scheurtjes kunnen ontstaan. Ook de verschillende verflagen die een schilder gebruikt, maken dat een schilderij kwetsbaar is voor temperatuur- en vochtigheidsgraadschommelingen.” Logisch dat de temperatuur strak op 21 graden werd gehouden en de luchtvochtigheid op 50%. Dat vroeg echter het maximale van de klimaatinstallaties.
Grote energiewinst boekte Van der Stoop door de klimaatinstallaties beter en efficiënter af te stellen. Uit onderzoek bleek namelijk dat kunst ook goed in tact blijft als de temperaturen en luchtvochtigheid licht meedeinen met de seizoenen, als ze maar binnen een bepaalde marge blijven. Van der Stoop: “Daardoor kunnen we de klimaatinstallaties zuiniger, rustiger en soepeler laten draaien, en blijven ze weg van de uiterste pieken van hun kunnen.”
Dat heeft twee grote voordelen. Ten eerste is de kans op storingen kleiner. En ten tweede, het scheelt energie, veel energie. “We hebben net zo lang aan de knoppen gedraaid, tot we op het punt kwamen dat de klimaatcondities optimaal waren ingesteld. Door de parameters steeds scherper in te stellen, hebben we 50% energie bespaard. Je installaties beter instellen werk echt!”
Na het optimaliseren van de klimaatinstallaties onderzocht Ben van der Stoop of het gebouw van het Van Gogh Museum verder kon worden verbeterd. “Ons dak hing licht door, waardoor er voortdurend water op bleef staan. Dat zorgde voor extra kans op lekkage en op extra belasting op het dak”, vertelt Ben over de oude situatie. Het dak werd daarom voorzien van een extra isolatiepakket. “Met die isolatie hebben we nu een soort bolling in het dak gemaakt, waardoor het beter isoleert en er tevens geen water meer op blijft staan. Dat is een win-win-situatie.” Zijn advies: “Als je toch aan de slag gaat, doe het meteen goed, het is niet veel duurder.” De dakisolatie zorgde voor nog eens 20% energiebesparing en zelfs een vermindering van het gasgebruik van 70%.
Er is niet alleen veel bespaard de afgelopen jaren, ook wordt zelf duurzame energie opgewekt. Die hernieuwbare energie komt van de warmte-koude-installatie. In een notendop het principe: in de zomer stop je warmte in de grond die je in de winter weer gebruikt. En andersom, de koude van de winter gebruik je voor verkoeling in de zomer. Met de warmte-koude-bron is het Van Gogh Museum nog niet helemaal zelfvoorzienend, vandaar dat het museum een energiecontract heeft met Greenchoice. “Het liefst zou ik met Greenchoice willen nadenken hoe we kunnen groeien naar die zero footprint, misschien zelfs wel een positieve footprint. Samenwerken, dat moet in de energietransitie. Greenchoice kan met ons meedenken.”
Over het Van Gogh Museum en Greenchoice
Het Van Gogh Museum heeft de ambitie een van de meest duurzame musea van Nederland te zijn en kiest voor zakelijke groene energie van Greenchoice.Samen werken ze naar een zero footprint voor de huisvesting van het museum.
Foto: Jan Kees Steenman