Zo maakt aannemersbedrijf Van der Poel de overstap naar elektrisch rijden

Twee bedrijfsauto’s, twee heftrucks, een graafmachine van 3800 kilogram, drie personenauto’s en een vacuümunit. Allemaal elektrisch. En nog een Powerpack om op locatie te kunnen laden. Dat is de huidige tussenstand aan elektrisch materieel op het erf van loon- en aannemersbedrijf Gebroeders Van der Poel in Oud-Ade. Die stonden er niet van de ene op de andere dag. Het familiebedrijf startte in 2013 met een investering in zonnepanelen.

Als ondernemer een duurzame stap durven nemen

De investering was destijds een gok. Zijn verbazing was groot toen hij in eerste instantie geen offerte kon krijgen voor zonnepanelen. Het zou voor zijn bedrijf niet rendabel zijn. “Je moet af en toe een stap durven te nemen. Ik wilde hoe dan ook zonnepanelen. Dat mag ik als ondernemer toch zelf beslissen? Destijds werd de terugverdientijd op 15 jaar geschat, maar inmiddels is het ruim rendabel.”

Zorgen om het klimaat waren de drijfveer. “Het gaat niet goed met de planeet. Daar moeten we wat aan doen. Een betere wereld begint bij jezelf, dat is mijn credo.” Toch was zijn omgeving niet direct enthousiast. Geen verrassing voor de ondernemer. “Veel mensen staan in de weerstand als er iets verandert. Verandering doet pijn, ze moeten anders gaan werken.”

Begrip hebben voor weerstand

Een deel van die weerstand is volgens Dammie te verklaren door de verschillen in beleving tussen elektrisch en diesel. “Wij zijn dieselfanaten. Als ventje van 16 deed ik vaak een wedstrijdje wie het hardst kon werken, samen met een vriendje met dezelfde trekker. De winnaar was degene die aan het eind van de werkdag meer moest tanken. Die beleving haal je er niet zomaar uit.”

De kunst is om enerzijds begrip te hebben voor de weerstand en anderzijds werknemers zelf laten ervaren dat veel vooroordelen niet kloppen. “Ik heb geleerd om dit soort veranderingen niet te rigoureus door te voeren. Ik was ook sceptisch over elektrische auto’s, tot ik erin reed en dacht: dit is goud. Mijn zoon verklaarde me voor gek toen ik mijn eerste elektrische auto kocht. Toen maakte hij zijn eerste ritje en was meteen verkocht.”

Leren werken met elektrische bedrijfsmiddelen

De eerste elektrische bus kreeg dezelfde reacties. ‘Daar kan je niks mee trekken!’ ‘Zo kunnen we niet ver genoeg rijden!’ Die bezwaren gaan volgens de ondernemer niet op. “Ons werkveld ligt binnen 35 kilometer om ons bedrijf en onze bus heeft een actieradius van 150 tot 200 kilometer. Wat is dan het probleem? Zelf als je iets bent vergeten, kun je nog een keer terug.” De weerstand van zijn werknemers verdween toen ze er zelf in reden. “Die jongen die er het meest nu in rijdt, is dik tevreden.”

Volgens Dammie moeten zijn werknemers met elektrische bedrijfsmiddelen leren werken. “Daarom heb ik al in een vroeg stadium een elektrisch kraantje gekocht. Je moet eraan wennen hoe het werkt. Stap voor stap. Je kunt niet meer met een jerrycan diesel ervoor zorgen dat je voertuig nog een paar uur extra blijft lopen. Wij zitten veel in het buitengebied. Dan hou je er rekening mee dat er een accu meegaat of dat de kraan ’s avonds terug naar huis wordt gebracht.”

Duurzaamheid als concurrentievoordeel bij aanbestedingen

De ondernemer hoopt met zijn duurzame bedrijfsvoering een concurrentievoordeel te creëren. Toch valt dit in de praktijk soms tegen. “Aanbestedende partijen vragen bij opdrachten in milieuzones vaak om enkel elektrische voertuigen. Hiervoor krijg je dan de hoogte korting. Maar dit is in de werkelijkheid nog niet haalbaar. Daarom neemt men nog genoegen met voertuigen die de fossielvrije brandstof HVO (Hydrotreated Vegetable Oil) tanken. Dat kan iedere ondernemer, waardoor je geen meerwaarde van je investering in elektrisch hebt.” Zolang hier niet strenger naar gekeken wordt, is het moeilijk om vol te houden om machines te kopen die tot drie keer duurder zijn. “In veel gevallen kun je geen hogere uurprijs rekenen als je met elektrisch materieel werkt. Ik hoop en verwacht dat hier iets aan zal veranderen, maar het blijft spannend. In sommige branches zijn opdrachtgevers wel bereid om meer te betalen via goede deals. Dan kan de rekensom uit.”