Alleen extra beleid met snel effect maakt halen Nederlands klimaatdoel 2030 mogelijk
Klimaatbeleid
Uit de vandaag verschenen Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2024 blijkt dat het heel erg onwaarschijnlijk...
Het Klimaatplein voerde een jaar geleden een unieke testcase met CO2-beprijzing uit bij het Nederlandse MKB. Een drietal bedrijven kreeg inzicht in hun CO2-voetafdruk én in het geldbedrag dat zij zouden moeten betalen wanneer er een prijs komt op veroorzaakte broeikasgassen. Welke energie-bespaarmaatregelen hebben deze ondernemingen inmiddels genomen naar aanleiding van deze testcase om zo toekomstige CO2-kosten zo laag mogelijk te houden?
Het financieel belasten van het broeikasgas CO2 is nodig om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen. Willen we de aarde nog leefbaar en vruchtbaar houden voor toekomstige generaties dan moet het verbranden van fossiele brandstoffen ontmoedigd worden. Uit de testcase is gebleken dat alleen al het aandacht geven aan de eigen CO2-uitstoot en het benoemen van mogelijke bespaarmaatregelen leidt tot het nemen van daadwerkelijke actie. Hieronder per deelnemer de genomen bespaarmaatregelen.
Naar aanleiding van de testcase gaat Strijbosch (Verkoop en verhuur van wit-en bruingoed, consumentenelektronica en professionele apparatuur) met meer inzicht en prioriteit onderzoeken waar mogelijkheden liggen om de eigen CO2-voetafdruk te verkleinen. De testcase heeft om te beginnen tot meer bewustwording geleid binnen de organisatie. Waar wordt uitstoot van CO2 veroorzaakt, hoe is daar op te besparen en wat doet een prijs op CO2 met die bespaarkeuzes? Ook zijn er al diverse maatregelen genomen naar aanleiding van deelname aan de testcase:
Al concreet genomen maatregelen:
Op korte termijn uit te voeren maatregelen:
Deelname aan de testcase heeft geleid tot meer bewustwording en CO2-prijzen worden meegenomen bij investeringsbeslissingen in de toekomst. De doelstelling certificering ISO 14001:2015 is het afgelopen jaar behaald, aandacht voor milieu en klimaat staat centraal in de bedrijfsvoering van Artex.
Er is bij Artex een intern traject opgezet waarbij de focus ligt op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Daarin is uitgelegd welke ambitie Artex hierin heeft en gevraagd is aan de medewerkers om zelf ook MVO-doelstellingen te bepalen. De uitwerking van de doelstellingen worden in projectvorm als een battle opgepakt met meerdere disciplines. Inzicht in de CO2 voetafdruk heeft geholpen bij het bepalen van deze battles.
Al concreet genomen maatregelen:
Geplande maatregelen:
De testcase heeft om te beginnen het verkleinen van de CO2-voetafdruk weer extra prioriteit gegeven binnen Udea. Tot op directieniveau is de voetafdruk nu bekend en zijn mogelijkheden besproken waar het meest op is te reduceren.
Naar aanleiding van de testcase werd men bewust van de inkoop van het gas, dat was nog grijs. Nu wordt dat inmiddels groen ingekocht.
Bij de nieuwbouwplannen (UDEA gaat een nieuw kantoor en distributiecentrum bouwen met het BREAAM Excellent duurzaamheidsniveau) is CO2-neutraliteit nog eens op de agenda gezet. De testcase heeft laten zien wat een prijs op CO2 doet met gas- en stroomprijzen. Door daar nu alvast op te anticiperen worden terugverdientijden van nieuwe duurzame installaties korter.
Grootste gedeelte van de voetafdruk komt uit het verbruiken van diesel voor de vrachtwagens. Dat heeft dan ook de meeste aandacht, hoe is daar het verbruik te verminderen? Dat kan door elektrisch te rijden. Probleem blijft de actieradius voor wagens die soms 12 uur per dag met koeling van winkel naar winkel rijden om die te bevoorraden. Ook rijden op groen gas blijft een optie en wordt onderzocht. Bij de aanschaf van nieuwe wagens zal rekening gehouden worden met de nieuwste technieken. De urgentie wordt gevoeld en de wil om het dieselverbruik te verminderen is groot. Een deel van de nieuw aangeschafte vrachtwagens heeft bijvoorbeeld inmiddels een koelmotor die wordt aangedreven op elektra waardoor diesel wordt bespaard.
Dit jaar gaat Klimaatplein de testcase verder uitbreiden om zo meer kennis en ervaring op te doen en het bedrijfsleven voor te bereiden op wat komen gaat. Deze twaalf bedrijven nemen deel aan het vervolg. De eerste resultaten zijn wederom positief.