Tweede Kamercommissie Klimaat en Groene Groei ontvangt oplossingen voor nakomen klimaatakkoord Parijs
Klimaatbeleid
De Tweede Kamercommissie voor Klimaat en Groene Groei ontving deze week een lijst met oplossingen...
Eens in de zoveel tijd tref je in een magazine een artikel aan dat je eigen vermoedens en opgedane inzichten samenvat in één goed geschreven stuk. Dan valt er een kwartje en denk je “Ja! dat bedoel ik, zo moet het!”. In The Harvard Business Review van oktober 2011 staat zo’n artikel. Met de titel “The Sustainable Economy” beschrijven drie natuurliefhebbers én tevens zakenmensen een goed onderbouwde visie op hoe een duurzame economie noodzakelijk is om überhaupt te kunnen blijven ondernemen. Een aanrader wat mij betreft!
De wereldbevolking stijgt tot 2050 nog van 7 tot zo’n 9 miljard mensen. Wanneer we hetzelfde welvaart- en welzijnsniveau willen behouden als wat we nu hebben, moeten er volgens de schrijvers van het artikel enkele zaken radicaal veranderen. Uiteindelijk zien zij het volgende ideaal voor ogen: Producten en diensten met de minste negatieve impact op ecologische en sociale systemen zijn goedkoper dan vervuilende en a-sociale alternatieven. Yes!
Om dit mogelijk te maken zullen benodigdheden voor productie die nu nog als gratis worden gezien beprijst moeten worden. Dit wordt het ‘waarderen van de services van ecosystemen’ genoemd. Wat is schone lucht bijvoorbeeld waard, of schoon drinkwater, of het behouden van een stabiel klimaat, biodiversiteit en vruchtbare grond? We kunnen niet zonder voorgenoemde zaken, maar beschadigen en putten op dit moment deze services van ecosystemen zo uit, dat we over enkele jaren niet genoeg hebben aan onze eigen aarde om ons van die services te voorzien. Er zijn al enkele grote internationale organisaties bezig om een prijs te bepalen voor deze externe services. En ook zijn al enkele overheden en bedrijven bezig om met de implementatie ervan te experimenteren. Maar daar mag nog wel een tandje bij worden gezet…
Een andere interessante ontwikkeling die in het artikel beschreven wordt is de aandacht van investeerders en fondsmanagers in de duurzaamheidaspecten van de bedrijven waarin zij willen investeren of beleggen. Bij het waarderen van deze organisaties wordt steeds meer gelet op hun lange termijn visie. Hoe denken zij te overleven wanneer voor hen noodzakelijke grondstoffen en energie schaars worden of zelfs opraken? Hoe willen zij akkerbouw of veeteelt blijven bedrijven wanneer klimaatsystemen veranderen en daarmee invloed hebben op regenval en zonneschijn? De organisaties die pro-actief inspelen op deze ecologische impact en starten met duurzaam te ondernemen zijn de organisaties die ook op de lange termijn economisch rendabel zijn en dus interessant voor investeerders en beleggers. Inmiddels wordt 1 op de 8 dollars geïnvesteerd in bedrijven die zo’n duurzame visie hebben. Een aardig begin…
Een laatste trend die de auteurs signaleren en die bijdraagt aan een duurzame economie is het creëren van ‘waarde-systeem-indices’. Daarmee bedoelen zij dat een product beoordeelbaar moet zijn op haar sociale en ecologische impact die het heeft gedurende haar hele productieproces. Dus van grondstof, via productie naar eindconsumptie. Daarvoor moeten producten een bepaalde waardering krijgen die het mogelijk maakt om op een aantal punten appels met appels te kunnen vergelijken. Zo kan de ontwikkeling van een product bijvoorbeeld een 8 voor klimaatimpact, een 6 op biodiversiteit, een 5 op drinkwater en een 9 voor schone lucht hebben. Deze indices zouden tot stand moeten komen door overleg met alle stakeholders binnen een bepaalde bedrijfskolom. Door over die indices transparant en eenduidig te communiceren kunnen eindconsumenten heldere keuzes maken bij hun koopgedrag. Ook worden verbeteringen binnen een bedrijfskolom zo zichtbaar gemaakt. De Goodguide, een on-line app voor consumenten die inmiddels al 100.000 producten op haar ecologische en sociale waarden heeft beoordeeld, wordt als voorbeeld genoemd.
De auteurs verwachten dat bovengenoemde 3 trends: het waarderen van ecosystemen, het duurzaam investeren en het beoordelen van de ecologische en sociale impact van producten gedurende hen levenscyclus, zal leiden tot een ‘Sustainable Economy’. Producten en diensten die de minste negatieve impact hebben op de mens en de aarde worden het beste economische alternatief om te consumeren. Er is dan automatisch geen markt meer voor producten die vervuilend, uitputtend of mensonterend tot stand zijn gekomen omdat die
gewoonweg onbetaalbaar zijn geworden!